‘Pastorale ontmoetingen’, bezinning op het pastoraat, door ds. H. Zweistra. Uitgegeven bij De
Banier onder ISBN nummer 9. 789. 462. 783. 850. De prijs is € 9, 95
Calvijn heeft eens gezegd, dat God ‘mensjes uit het stof ’ roept om Hem op een ambtelijke wijze te bedienen in Zijn Koninkrijk. Geen geringe opdracht. Want… wie is tot deze dingen bekwaam? Als ambtsdrager krijg je met vogels van allerlei pluimage te maken. Het boekje zet in met een gedeelte over de geroepen ambtsdrager. Het vervolg gaat over de ontmoetingen met kleurrijke personen. Ds. Zweistra heeft gekozen voor mensen met een uniek karakter. De ambtsdrager moet met een grote dosis invoelingsvermogen en voorzichtigheid omgaan met mensen. We kunnen pas echt van pastoraat spreken, als de ander zich in zijn uniciteit (het uniek-zijn) gerespecteerd weet. Dit vraagt van de ambtsdrager veel zelfverloochening. Maar dan is in die weg vaak ruimte voor het Woord.
Dominee Zweistra is predikant van de Hersteld Hervormde Gemeente in Nederhemert. Daarvoor diende hij de Hervormde Gemeenten te Wouterswoude, Maartensdijk, Leerbroek en Elspeet.
In het Woord vooraf geeft ds. Zweistra aan waarom hij tot het schrijven van dit boekje gekomen is. Het is een vervolg op zijn eerder verschenen boekje over huisbezoek.
Al benoemt de schrijver mensen van vlees en bloed, toch is het niet zijn bedoeling om bij de typering aan een bepaald persoon te denken. Hij heeft dit boekje geschreven om ambtsdragers een pastorale handreiking te geven.
Geen pasklare antwoorden, want ieder type is in zijn soort uniek. Een mooi citaat trof ik op pagina 7 aan: Deze typen zijn op uw weg geplaatst om u dicht bij uw Zender te houden. In het pastoraat werken ze als een spiegel. Die confrontatie valt niet altijd mee. Eigenlijk wilt u dit helemaal niet! De onwil veroorzaakt in de ontmoeting met dat spiegelbeeld irritatie. Erkenning maakt u geschikt voor de pastorale ontmoeting. Doorleefde zelfkennis voor Gods aangezicht is van levensbelang voor een vruchtbare gang door de gemeente.
Achtereenvolgens komen de volgende karakteristieken naar voren:
De muggenzifter, de martelaar, de domper, de stoomwals, de roddelaar(ster), de dubbelhartige, de toneelspeler, de afgunstige, de ongenaakbare, de jaknikker, de parasiet, de cynicus, de eerzuchtige, de heerszuchtige, de fantast, de ‘hardliner’ en de ontevredene.
In het hoofdstuk ‘Uitleiding’ roept de auteur de ambtsdragers op: Broeders, u moet doorgaan met het mooie ambtelijke werk in de gemeente. U bent door de Heere over Zijn kudde als onderherder geplaatst. Spreek goed van Hem, Die u geroepen en gezonden heeft! Prijs de dienst des Heeren aan! Juist ook in die gezinnen waar pubers aanwezig zijn die de dienst des Heeren eigenlijk vaarwel willen zeggen of dat al gedaan hebben. Wees tot een zegen in de gemeente en u zult gezegend worden. ‘Hij Die u roept is getrouw, Die het ook doen zal! (1 Thessalonicenzen 5:24)