Het verheugt ons dat nu ook deel IIa van de Redelijke Godsdienst opnieuw is verschenen in hertaalde vorm. De inhoud is zeker het lezen en overdenken waard. In deel IIa wordt geschreven over heiliging en heiligheid, over Gods wet in het algemeen en over de tien geboden afzonderlijk. Daarna worden behandeld: de verheerlijking van God, de liefde tot God, de liefde tot Jezus Christus, kinderlijke vrees voor God, gehoorzaamheid aan God, hoop op God, dapperheid en
onverschrokkenheid, het belijden van Christus en Zijn waarheid, geestelijke tevredenheid, zelfverloochening, lijdzaamheid en oprechtheid.
Wat het vijfde gebod betreft geven we enkele regels door die we lezen op blz. 218. “2.Bedenk dat het gezag door God Zelf aan uw ouders en allen die over u gesteld zijn geschonken is. Beschouw ze als mensen die iets van Gods verhevenheid weerspiegelen. Laat u door dat besef bewegen om hen welgemoed en gewillig te eren, hun te gehoorzamen en ontzag voor hen te hebben.
3.Heb oog voor de liefde, de zorg en de moeite die deze mensen opbrengen met het oog op uw welzijn. Als u zich tegenover hen op de juiste wijze gedraagt, bezorgt u hun een groot genoegen; maar als u ongehoorzaam bent en hen veracht, doet u hun pijn en verdriet. Als er ook maar een gering vonkje van liefde in u aanwezig is, zult u daardoor opgewekt worden om hun te gehoorzamen.” We willen u ook enkele behartigenswaardige dingen doorgeven die Brakel
schrijft over de lijdzaamheid. We lezen op blz. 473 “Neem tenslotte de volgende raadgevingen ter harte: Waak ervoor om uw hart te verharden onder het kruis. Blijf het altijd voelen! Stop met het verlangen naar en bewonderen van alles wat van deze vergankelijke wereld is. Bedenk dat u nog maar weinig tijd hebt om te leven en te lijden. Besef voortdurend dat de weg naar de hemel altijd dwars door het lijden loopt, en dat we die weg niet anders kunnen bewandelen dan in lijdzaamheid. Oefen u in het geloven van en hopen op Gods beloften, en vertrouw erop dat ze zeker vervuld zullen worden. Volhard in het lezen van Gods Woord, dat er onder andere is om ons te vertroosten in ons kruis en ons lijdzaamheid te leren (zie Rom. 15:4). Bidt voortdurend om lijdzaamheid (zie Rom. 15:5). Als u in lijdzaamheid uzelf oefent in alle genadegaven, ook
in de minste, zult u al doende daarin toenemen. Ik eindig met de zegenwens van Paulus: ‘De Heere richte uw harten tot de liefde Gods en tot de lijdzaamheid van Christus’ (2 Thess. 3:5).”