Wilhelmus à Brakel was een predikant die hield van zijn werk in Gods Koninkrijk. Het was zijn wens om ook na zijn sterven nog te preken. Gezien het aantal herdrukken van zijn Redelijke Godsdienst - dit is de 37e Nederlandse herdruk - kunnen we stellen dat zijn wens in vervulling is gegaan. Naast de Nederlandse versie zijn er ook vertalingen verschenen in diverse andere talen. In deze recensie wil ik specifiek ingaan op een hertaling, geschreven door J. Stam, overigens ook de vader van het DC-lied, aangezien velen enigszins bekend zullen zijn met de Redelijke Godsdienst.
Dit is een herdruk van deel 1a van de Redelijke Godsdienst. Deel 1 is namelijk opgeknipt in 1a en 1b. Een hertaling van deel 1b volgt later dit jaar. Daarnaast schreef À Brakel nog de delen 2 en 3. In deel 1 wordt met name ingegaan op wat God schenkt in het genadeverbond. In dit boek staan de eerste 29 hoofdstukken van deel 1. Deze hoofdstukken gaan over Godskennis en de verbonden.
Waar eerdere drukken van de Redelijke Godsdienst gekenmerkt werden door zinnen die flink wat regels in beslag namen, is deze hertaling uniek in haar bondigheid. In korte en heldere zinnen wordt de boodschap van À Brakel overgebracht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van hedendaags Nederlands. Daarbij heeft Stam niet alleen de moeilijke woorden hertaald met gemakkelijkere woorden, maar is hij soms ook parafraserend te werk gegaan. Daarbij brengt hij de boodschap van À Brakel over, maar gebruikt hij wel andere woorden. Zelf vond ik het erg waardevol dat de oorspronkelijke woorden van À Brakel bij een dusdanige afwijking ook weergegeven worden middels voetnoten. Hiermee doet de vertaler mijns inziens recht aan het werk van de auteur. Zoals bijvoorbeeld op bladzijde 95, waar oorspronkelijk het volgende stond: “om alsoo haren paus te gemakkelyker op den rechterstoel te helpen”. Stam heeft hierbij voor een parafraserende vertaling gekozen die als volgt luidt: “Zij hebben deze opvatting nodig om de positie van de paus veilig te stellen”.
Ook heeft hij lange zinnen erg goed weten in te korten. Zoals blijkt uit het volgende voorbeeld, waarbij ik een zin uit een oude vertaling citeer. Vervolgens heeft Stam deze opgeknipt in vijf goed te lezen zinnen. Dit gedeelte gaat over de schepping van de wereld uit niets.
Oude hertaling: “De natuurlijke rede leert wel samenschakeling van de oorzaken, dat men ten laatste moet komen tot God, als de eerste oorzaak van alles; maar het natuurlijk verstand kan het hoe niet begrijpen, hoe iets uit niet kan voortkomen, hoe God door een enkel woord, door een enkel bevel alles heeft doen zijn; dat hebben wij door het geloof; alsmede hebben wij door het geloof de orde van de voortbrenging van alle dingen door de beschrijving van Mozes.”
Hertaling Stam: “Als we kijken waardoor alles veroorzaakt is, begrijpen we met ons verstand wél dat we – terugredenerend – bij God uitkomen als de eerste Oorzaak van alles. Toch kan ons verstand het ‘hoe’ ervan niet begrijpen. Hoe kan iets uit niets voortkomen? Hoe kan God door een enkel woord en een enkel bevel alles doen ontstaan? Dat begrijpen wij alleen ‘door het geloof’; zoals we ook alleen door het geloof begrijpen hoe alle dingen in hun orde geschapen zijn, zoals Mozes beschreven heeft.”
Hieruit blijkt duidelijk dat er gekozen is om de boodschap van À Brakel over te brengen en niet zozeer bezig te zijn met een woord-voor-woord-vertaling van de oude tekst. Deze vertaalstrategie heeft goed uitgepakt, aangezien het boek erg vlot en prettig leest. Het is een christelijke dogmatiek, die men goed als naslagwerk kan gebruiken. Anderzijds leent deze hertaling zich er ook voor om gewoon van begin tot eind door te lezen, om zo bepaalde theologische thema’s op een gestructureerde wijze door te nemen.
Mijn oordeel over het boek is erg positief. Zowel als het gaat om de inhoud van het boek als om de hertaling ervan door Stam. Prachtig dat een mogelijke belemmering in taal voor het lezen van zo’n waardevol boek hierdoor weggenomen is. Als er een kritiekpunt genoemd moet worden, is dat de keuze van de uitgever om het derde deel, waar het gaat over het duizendjarig rijk, niet te hertalen. Mijns inziens doe je hiermee onrecht aan het werk van de auteur. Deze heeft het immers als geheel uitgebracht.