Gedenkt
Voor de zondige mens is het heel natuurlijk God te vergeten. We zijn allen geboren goddelozen, we hebben geen band met God en denken niet aan Hem. Maar als God zaligmakend gaat werken, gaan we beseffen dat God onze Schepper is en gaan we ons schamen vanwege onze zonden. Het dienen van God is een zaak van het hart. Gedenken betekent God willen kennen, Hem willen belijden, aan Hem denken en alle plichten aan Hem volbrengen, met inspanning van alle krachten van de ziel
De tijd voor dit gedenken
Salomo wijst de jongeren erop wat de beste tijd is om aan de Heere te gedenken: de dagen uwer jongelingschap. Er staat “dagen” omdat het leven maar kort is. Als je jong bent is dat de beste tijd om te kiezen. Je stopt niet gauw met wat je inje jeugd bent gaan doen. De Heereroept jongeren in Zijn dienst. Salomo bedoelt al de jaren vanaf onze kindertijd tot de ouderdom toe. Het gaat dus niet alleen over onze jeugd, maar ook over de jaren daarna. De Heere heeft recht op al onze dagen.
Bedoeling
Wat is de bedoeling van Salomo als hij spreekt over de dagen uwer jongelingschap? Daarmee wordt niet bedoeld dat de mens zonder zonde geboren wordt. De mens kan bij zijn geboorte niet vergeleken worden met een onbeschreven blad papier. Hij bedoelt ook niet dat een jong mens zelf in staat is om de weg naar de hemel te vinden. “Er is geen verderfelijker leer dan deze” (blz. 57). Zalig worden is immers alleen genade. Onze natuur is door de diepe val in Adam geheel verdorven. Het bedenken des vleses is vijandschap tegen God. Zou Salomo bedoelen dat het voldoende is om God als Schepper te erkennen? Dat is niet zo, want we hebben verlossing nodig. Er staat in het Hebreeuws Scheppers, dus meervoud. Dat wijst op de drie-enige God. Wie God leert kennen gaat leren dat hij de Zaligmaker nodig heeft.
Belang van de jeugd
Salomo wilde dat de jeugd al vroeg op de goede weg gebracht zou worden. Denk aan spreekwoorden: Jong rijshout is buigzaam, maar oude bomen niet. Men kan wel oude schoenen weggooien, maar niet oude gewoonten. Gewoonte zorgt voor eelt. Als men het kwaad niet in het begin tegenhoudt, is het onstuitbaar. Wat is er gepaster dan in zijn jeugdjaren aanzijn Schepper te denken, Hem te kennen en te belijden, zich tot Hem te bekeren en Hem te dienen? De jonge Samuél diende de Heere in tegenstelling tot de zonen van Eli. Josia was 8 jaar toen hij de God van zijn vader David begon te zoeken. Denk ook aan Daniél en zijn drie vrienden. God gebiedt Hem jong te zoeken. De jeugd is de beste tijd van ons leven. Aan God moet het beste worden gegeven. Door God vroeg te zoeken, worden veel zonden vermeden. Beza dankt God in zijn testament dat God hem riep toen hij 16 jaar was. De jeugd duurt maar kort, Gods Woord spreekt van ‘dagen’. Stel daarom niet uit. Bovendien weten we niet of we oud zullen worden. Er zijn maar weinig mensen die op hun oude dag bekeerd worden.
Ervaring
Wie vanaf zijn jeugd de Heere mag vrezen, ervaart dat de Heere een Zon en Schild is. Zij spreken veel met God en bidden veel tot Hem. Zij kennen Gods stem en God kent hun stem. Ze zijn in staat anderen te onderwijzen. Denk aan de oude Eli en de jonge Samuél. Zij letten op al Gods daden en wegen. Zij weten wat het is om Gods trouw en liefde te ondervinden. Een oude soldaat, die veel veldslagen heeft meegemaakt, kan uit ervaring veel vertellen over alles wat hij heeft ondervonden. Zo is het ook met een oude christen. Hij kan vertellen hoe listig de satan is en hoe getrouw Jezus is voor hen die Hem door de Vader gegeven zijn. Hij kan vertellen hoe God vaak heeft uitgered. Hij weet van het onderwijs door Gods Geest. Oude christenen hebben de staf van Gods Woord in hun hand. Zij hebben de wapens gebruikt tegen de vijanden. Blz. 72: “Wat zal hen nog scheiden van de liefde van Christus? Waarvoor zullen ze nog bevreesd zijn?”