Hoewel Gerstner het boek al schreef in de jaren zestig van de vorige eeuw, duurde het tot 1995 voordat het de eerste keer werd gepubliceerd en de Nederlandse vertaling kwam het pas in 2022 op de markt.
Het boek bestaat uit een collectie korte fragmenten uit de biografie van Edwards. Veel hoofdstukken laten zich lezen als biografisch proza vol details over Edwards en zijn Amerikaanse leefwereld. Gerstner laat zien dat ze zich goed heeft ingelezen in de verschillende biografieën van Edwards, maar ook in briefmateriaal en dagboeken van het gezin. Weer andere hoofdstukken hebben duidelijk het karakter van een historische roman. Dat betekent dat historische gebeurtenissen een enigszins fictieve invulling hebben gekregen. Dat geldt bijvoorbeeld voor hoofdstuk 1, waarin beschreven staat hoe zoon Jonathan Edwards junior zijn vrouw Mary verloor en voor hoofdstuk 30 waar het gaat over de verliefdheid tussen dochter Esther Edwards en Aaron Burr. Vanaf dit hoofdstuk leest het boek meer als een verhaal, terwijl daarvoor de meeste hoofdstukken vol stonden met allerlei wetenswaardigheden. Voor een complete biografie van Edwards kan men beter het onlangs in het Nederlands vertaalde werk van Ian. H. Murray raadplegen.
Door het boek heen worden er korte en langere citaten uit brief- en dagboekmateriaal weergegeven, zodat de familie Edwards en het Amerika van de achttiende eeuw dichterbij komen. Zo wordt er veel historische informatie doorgegeven over de familiegeschiedenis van Edwards, belangrijke vrienden en betrekkingen, het gezinsleven van Edwards en de gezinsgodsdienst, het kerkelijke leven en het onderwijs in Stockbridge, de samenstelling van de gezinnen en, niet onbelangrijk, welke gezinshoofden in Stockbridge warme voorstanders en welke tegenstanders van Edwards waren. Gerstner gaat ook in op het verschil tussen Solomon Stoddard en zijn schoonzoon en leerling Jonathan Edwards wat de toelating tot het Heilig Avondmaal betreft. Uiteindelijk werd dit een belangrijke aanleiding voor het vertrek van Edwards uit de gemeente van Northampton, waarna Edwards verhuisde naar de indianen van Stockbridge.
Verder duidt Gerstner de onderlinge verhoudingen tussen de Engelse en Franse kolonialisten en de onderlinge verhoudingen tussen verschillende indianenstammen en de achtergronden daarvan. Uitgebreid staat ze stil bij de bijzondere cultuur en leefgewoonten van de indianen en de verschillen tussen en de herkomst van de diverse stammen. Voor Edwards was het niet zo eenvoudig om zending onder de indianen te bedrijven, omdat hij de taal niet sprak. Zijn gedachte was dat ze beter Engels konden leren. Hij wilde zijn tijd niet helemaal op laten gaan aan het leren van hun taal, maar probeerde hen door zijn prediking te bereiken. Gelukkig werd hij geholpen door zijn zoon Jonathan Edwards junior, die onder de indianen was opgegroeid en zo ook de functie van tolk kon uitoefenen.
Van zijn hand verscheen later een grammatica. De familie Edwards had een zwarte slavin dienst met de naam Venus. Zij verhuisde met de familie mee van Northampton naar Stockbridge. Omdat zij wat ouder was en daardoor het zware werk niet meer kon doen, werd zij geassisteerd door een jongere slavin met de naam Rose. Als een tweede moeder runde zij samen met Sarah Edwards het grote predikantsgezin, waar altijd veel te doen was. Het laat iets zien over de positie van slaven in in de noordelijks staten, die het daar behoorlijk beter hadden dan de slaven die in de zuidelijke staten op de plantages werden tewerkgesteld.
Dit boek geeft een goede indruk van de familie Edwards en de historische context waarin Edwards zijn roeping vervulde als man en vader, theoloog, predikant en zendeling. Het karakter van dit werk brengt echter met zich mee dat de historische details niet zijn voorzien van verwijzingen naar de primaire bronnen en secundaire literatuur. Maar als een oriëntatie en opstapje naar Edwards is het boek zeker inzichtgevend.