Daar groeide hij op in een groot gezin dat was aangesloten bij een schuurkerk. We lezen in het woord vooraf “het dorp als besloten en zichzelf verzorgende gemeenschap is uit de tijd, het grote gezin wordt een zeldzaamheid, de schuurkerken zijn vrijwel verdwenen.”
Het gezin De Vries behoorde bij de gereformeerde samenkomst in Alblasserdam. Huib de Vries beschrijft hoe het toeging in de diensten die daar gehouden werden. lets daarvan wil ik doorgeven. We lezen op blz. 43 “Achter de katheder las Slob de preek. Er waren kerken waar de voorlezer op de preekstoel ging staan, maar dat leek nergens op. Als lezer moest je niet doen of je een dominee was. De nood van de lege kansel moest worden gezien. Dan werd het gemis van een eigen leraar te meer ingeleefd. Verloop en Slob zouden nimmer de preekstoel beklimmen. Het zou bijna heiligschennis zijn.”
Op zijn vierde jaar ging de auteur voor het eerst mee naar de kerk, op zijn vijfde jaar ging hij al twee keer mee. Het boek laat op sympathieke wijze zien hoe het vroeger was.