In deze preken is niet slordig en ‘op de klank af’ gezocht naar de bedoeling achter dergelijke symboliek. Schriftuurlijk-bevindelijke prediking zoekt in de toepassing het hart van de hoorders, in het bijzonder: Gods kinderen, én is vanwege de eerbied voor (de God van) het Woord allereerst gebonden aan getrouwe exegese.
In deze bundel vinden we onder andere een preek over ‘Gods eenvoudigheid’ (Deut. 6:4-5), ‘Het tweevoudig getuigenis’ (Openb. 11:3), ‘Een drievoudige heiligheid’ (Jes. 6:3), ‘Een viervoudige stormwind’ (Openb. 7:1-3), de zesvoudige macht van het beest (Openb. 13:18) en de veertigvoudige wachtenstijd (Deut. 9:2-3).
Er worden regelmatig lijnen getrokken naar de tijd waarin wij leven. Zo lezen we dat de wereld ten onder zal gaan, ‘aan welk virus dan ook. (…) Ik denk dat dit het virus van de hoogmoed zal zijn. (…) Ik zeg niet dat Gods kinderen niet met het oordeel in aanraking zullen komen. Ik zeg niet dat ze allemaal gespaard zullen worden, maar ik zeg wel dat de Heere Zijn kinderen veiligheid schenkt. Hij bewaart hen van de verdoemende kracht van het oordeel. Voor hen is het niet beschadigend, maar louterend, reinigend, verlossend. (…) Er is maar één veiligheid, dat is de Borgtocht van Jezus Christus. Het eigendom, een dienstknecht zijn van Hem, dat geeft veiligheid. Anders kunnen we niet leven en niet sterven’. En dan volgt de oproep: ‘Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en alle andere dingen zullen u worden toegeworpen’.
Deze onderwijzende preken blijven dicht bij het geïnspireerde Woord van God. Ze willen dicht bij het hart van de hoorders komen. Ze geven vanuit het Woord leiding aan het geestelijke leven van Gods kinderen. De preken zijn bijzonder geschikt voor gebruik in de leesdiensten.