In het boek komen verschillende preken voor. Het viel mij bij het lezen van deze preken op hoezeer deze zijn gestempeld door de toepassing van het Woord. Je merkt dat ds. Boer zich voortdurend de vraag heeft gesteld wat de betreffende tekst voor ons te zeggen heeft. En dan borrelen de toepassingen zomaar naar boven. Toepassingen waarin ons een confronterende spiegel wordt voorgehouden of waarin de troost van het Evangelie breed wordt uitgestald.
Ook toepassingen waarin woorden worden gevonden om de aanvechting te benoemen, uit te laten komen hoe de werkzaamheden van de ziel zich voltrekken of hoe de vrede met God wordt ervaren. Dit zijn diep bevindelijke preken waarin het hart van rechtvaardiging en verzoening krachtig klopt, waarbij Boer ook oog had voor de vervulling met de Heilige Geest. Ds. Boer liet de persoonlijke verzoening functioneren in het kader van het verbond zonder dat er een moment sprake is van verbondsautomatisme, maar waarbij het verbond de dragende grond blijkt te zijn van het leven van het geloof. Het is zeldzaam hoe hij de kaders van het verbond weet te combineren met de aandacht voor de werkzaamheden van de Heilige Geest in ons hart. We kunnen gerust zeggen dat in deze preken het beste van Reformatie en Nadere Reformatie doorklinkt. Overigens betekenen deze geestelijke grondtonen niet dat hij geen oog had voor de concrete gehoorzaamheid aan Gods geboden in het leven van alledag of het conflict dat we ervaren met de cultuur waarin we leven.
Deze bundel bevat niet alleen preken van deze ex-voorzitter van de Gereformeerde Bond maar ook verhandelingen en studies van zijn hand. Tijdens zijn werk in de synode kreeg hij te
maken met vragen rondom de verzoening en nam hij deel aan een commissie die een rapport daarover voorbereidde. Het werk van ds. Boer is thans opnieuw beschikbaar gekomen in deze bundel. In lijn met Schrift en traditie leidt hij ons binnen in het geheim van de verzoening door voldoening, terwijl hij ook duidelijk maakt dat het leven uit de verzoening geen statisch gebeuren is, maar dat er sprake is van een dagelijkse beweging van God tussen toorn en genade, de dagelijkse rechtvaardiging.
Boer heeft ook een prekenserie gehouden over Genesis 1. Deze verzameling preken over de schepping is ook in deze bundel aan te treffen. Tal van aspecten lichten hierin op. De
Schriften gaan open ten aanzien van het werk van de Geest in de schepping, de relatie tot de Middelaar van de schepping, de volkerenwereld, de taal, het huwelijk, gezinsvorming, de
cultuuropdracht, tal van vragen omtrent de verhouding van geloof en wetenschap passeren de revue. Kortom, een prekenserie die nog altijd aansluit bij de actualiteit van elke dag.
Bekend is ook een briefwisseling tussen ds. Boer en professor Berkhof waarin de vraag aan de orde komt hoe er moet worden gepreekt. Professor Berkhof was van mening dat de
moderne secularisatie erom vroeg om meer de godsvraag te benadrukken dan de vraag hoe wij aan een genadige God komen. Ds. Boer maakte daarop duidelijk dat het hier niet
om twee gescheiden aspecten van Gods openbaring ging, zodat de vraag naar de verzoening nooit buiten de verkondiging kan blijven. In deze briefwisseling valt op dat ds. Boer echt naar professor Berkhof luisterde en niet met goedkope dooddoeners kwam. Professor Berkhof heeft ds. Boer in deze houding ook serieus genomen, zodat er een echte gedachtewisseling
tot stand kwam waarin men niet alleen maar langs elkaar heen praatte. Wat mij betreft, een hoogstaande gedachtewisseling waarin de theologische kwaliteiten van ds. Boer ook tot uitdrukking kwamen. Op een vergelijkbare manier is ds. Boer ook het gesprek aangegaan met professor Van Ruler naar aanleiding van zijn verhandeling ‘Ultra-gereformeerd en vrijzinnig’. Van Ruler betoogde hierin dat de dwalingen van de ultra-orthodoxie erger
waren dan de dwalingen van de vrijzinnigheid. Zo ging hij ondermeer in op de verwaarlozing van de heilshistorie ten gunste van de heilsorde, de logica van de predestinatie, de verabsolutering van het zondaar-zijn van de mens, de verheerlijking van de twijfel en de gevoelscultuur. Boer repliceerde met een artikel over de naturalisering van de zonde.
Dat hij de confrontatie met de moderne tijdgeest en de moderne theologie niet schuwde, blijkt ook uit zijn verhandeling over het Schriftgezag waarin hij vooral de correlatiegedachte
van prof. Berkhouwer aan de orde stelde. Een vraag die nog steeds aan de orde is, is de vraag of we uit moeten gaan van het formele gezag van de Schrift, of dat we meer nadruk moeten leggen op het inhoudelijke gezag van Gods Woord; dit wordt ook door ds. Boer behandeld. In dit klimaat onderstreepte hij de waarde van het gereformeerde belijden.
Treffend is zijn benadering waarin hij duidelijk maakt dat de Dordtse Leerregels gelezen moeten worden in het licht van het belijden van de vroege kerk, de Heidelbergse Catechismus
en de Nederlandse Geloofsbelijdenis en niet andersom.
Deze bundel heeft nog meer te bieden. Boer dacht na over de vervulling met de Heilige Geest, de doop met de Geest, de gaven van de Geest en geloofsgroei door de Heilige Geest.
We komen een artikel tegen waarin hij uit laat komen hoe de prediking in het kader van het verbond functioneert. Hij ging ook in op de vraag of de prediking vernieuwing behoeft. In
dit alles was ds. Boer een man van de kerk. Dat blijkt ook zijn nagelaten publicaties. Hij schreef over de verhouding van Woord en kerk, de eenheid van de kerk en de vereniging van
kerken. Een lezing die hij voor het contactorgaan van de gereformeerde gezindte hield over het vraagstuk van de kerk is ook in deze bundel opgenomen. Goede wijn behoeft geen
krans. Dat geldt zeker van dit werk. We kunnen niet volstaan met het herhalen van ds. Boer, maar hij laat ons wel voluit zien hoe het gezag van de Schrift functioneert in de diepte
van de mensenziel, de branding van de cultuur ten spijt. Zo worden hart en hoofd gevoed. Ten zeerste aanbevolen!