Dit fraai gebonden boek bevat een tweede verzameling van werk van ds. G. Boer. In de Inleiding en verantwoording schrijft dr. ir. J. van der Graaf dat ds. H. Westerhout een groot aandeel heeft gehad in de totstandkoming van deze bundel. Collega Westerhout heeft veel van wat ds. Boer heeft nagelaten, weten te verzamelen.
De bundel begint met de serie preken over Simson, die eerder werd uitgegeven onder de titel De sterke en de Sterkste. Opgenomen is ook het boekje De vaste grond, dat verscheen na het overlijden van ds. Boer in 1973 met daarin de bij zijn begrafenis gehouden prediking en toespraken. Verder vinden we in deze uitgave preken, lezingen en artikelen. Het boek telt twee delen met als titels Gemeente en prediking en `Kerk en theologie: Een rake indeling, omdat het hart van ds. Boer enerzijds bij de plaatselijke gemeente en de verkondiging lag, terwijl hij anderzijds ook oog en liefde had voor het geheel van de kerk, en daarin theologisch zijn bijdrage heeft geleverd.
Het was al even geleden dat ik iets van ds. Boer las. Opnieuw ben ik onder de indruk gekomen van zijn zeggingskracht, gespierde taal en vaak geladen volzinnen. Zijn (s)preken en schrijven straalden gezag uit - al werd er ook weerstand door opgeroepen (zoals te merken is aan een preek en toespraken uit een afscheidsdienst). Het was boeiend om de vervolgpreken over Simson nog eens door te nemen. Meteen al in de eerste preek liet ds. Boer bij de introductie van deze richter merken midden in zijn tijd te staan en ook de cultuur te kennen. Zo verwees hij naar dichters, componisten en zelfs de filmwereld van Hollywood. Het viel me op dat deze preken toegankelijker zijn dan die uit de Goudse jaren. Gewoner qua taalgebruik en dichter bij het leven staand. Dat geldt nog weer sterker voor ds. Boers prediking in zijn laatste gemeente, Zoetermeer. De preken uit de jaren vijftig vragen meer leesinspanning dan die uit de jaren zeventig. Het is te merken dat de tijdsafstand langer is. Nog altijd wordt ds. Boer met enige regelmaat genoemd en geciteerd als een gezaghebbende autoriteit, ook al is het inmiddels bijna een halve eeuw geleden dat hij overleed. Hoe komt dat? Waarin zat het eigene van deze dienaar van het Woord? Die vraag heb ik mezelf gesteld, toen ik aan het lezen van dit boek begon. Zijn geheim was, denk ik, dat hij volstrekt aan Gods kant wilde staan. Zelf was hij diep onder de indruk van Diens majesteit. Hij wist zich geroepen om God volledig God te laten zijn. Dat betekende voor zijn prediking dat je als hoorder doorlopend voor het aangezicht van de levende en heilige God werd gedaagd. En dan wist deze prediker trefzeker aan te wijzen hoe wij als mens in elkaar zitten, en hoe onbuigzaam we vanuit onszelf zijn.
Terwijl breken en buigen voor God nu juist de weg is om te delen in het bevrijdende werk van Christus en de Geest. Regelmatig stuit je op passages waarin zin na zin raak is, als de ene voltreffer na de andere. Zowel ontdekkend als bevrijdend. Dit maakt de prediking tot een gebeuren van God uit. Treffend is daarom de titel die voor deze bundel is gekozen: Verkondiging met volmacht (ontleend aan een lezing die in het tweede deel is opgenomen).
Voortdurend wordt er geworsteld om het behoud van de gemeente vanuit een diep besef dat Gods gericht een realiteit is. De verkondiging van ds. Boer bevat noties die we niet kwijt mogen raken. In een lezing waarschuwt hij voor het verdwijnen van het God Zelf uit de prediking. Het is vandaag verleidelijk - of misschien wel een verzoeking - om in de prediking bij de mens te starten, bij alles wat wij wel en niet ervaren. Ondertussen lopen we gevaar dat er te weinig aandacht is voor dat God Zelf' element.
Ook als moderne en vaak zoekende - mensen van 2020 hebben we te buigen voor God de Heere en kunnen we Zijn Koninkrijk niet beërven zonder bekering en geloof(sovergave). Uiteraard is het nodig om de 'preekerfenis van ds. Boer door te vertalen en op een eigentijdse manier te verwerken. Daar hebben we onze handen vol aan. Het vraagt voortdurend bezinning en gebed. In deze bundel word ik ook geboeid door de theologische artikelen. De indrukwekkende lezing over het aanbod van de genade bevat een knap staaltje theologie (bijvoorbeeld wat er te lezen valt over de reikwijdte van de verzoening). Ook de al genoemde lezing over de volmacht van de prediking geeft veel te denken. Verder treffen we een artikel over dooponderricht aan. Mij trof hoe het in Christus geheiligd zijn van gedoopte kinderen wordt uitgelegd: dat betekent dat ze in de armen van een belovende God gelegd zijn. Waardevol is ook het artikel over de verborgen omgang met God, die volgens ds. Boer 'wortelt in de verkiezende liefde van de Vader, in de verzoenende kracht van Christus en in de regenererende werking van de Heilige Geest: Dit laatste citaat is typerend voor heel de prediking en al het theologiseren van ds. Boer. Hij dacht voluit trinitarisch. Juist dit element werd benadrukt door dr. W. Aalders in de toespraak die hij op de dag van ds. Boers begrafenis hield. Ik citeer - en dat is meteen een aanbeveling om dit tweede boek met verzameld werk te lezen: 'Het hart van de gereformeerde belijdenis en theologie is dát geloof in de drie-enige God, waarin het eigene en afzonderlijke van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest in het verlossingswerk voluit tot hun recht komen. (...) En zo klonk het nu ook door in de prediking van ds. Boer' (aldus dr. Aalders).
Ik constateerde nog wel een onjuistheid: volgens de Inleiding en verantwoording is de laatste preek van ds. Boer (over de sleutels van het hemelrijk) ook in deze bundel opgenomen. Alleen heb ik hem niet kunnen vinden.