Het bestaat uit drie hoofddelen, namelijk 1) Het spreken van de Schrift, 2) Historische en systematische aspecten en 3) De praktische uitwerking van de verzoening. Aan deze studie hebben verschillende auteurs van de Gereformeerde Gemeenten meegewerkt.
In dit boek worden na de Heilige Schrift de visies van de Apostolische Vaders in de Vroege Kerk, via de reformatoren Luther en Calvijn, de Dordtse Synode en de Dordtse Leerregels tot die van hedendaagse moderne theologen beschreven. Het is duidelijk waartoe in de tweede helft van de twintigste eeuw de nieuwere visies rond de verzoening van theologen als Kuitert, Den Heyer, enz. hebben geleid. Uiteindelijk geloofde men helemaal niet meer in de plaatsbekledende verzoening door Christus aangebracht. Ook dichter bij huis vinden er veranderingen plaats. In de brede gereformeerde gezindte wordt een verschuiving van een bevindelijkgereformeerde naar een meer verbondsmatige prediking gesignaleerd.
Hierbij wordt de noodzaak van wedergeboorte minder benoemd. ‘Een brede verbondsopvatting heeft de mensen in slaap gewiegd.
De mens wordt nauwelijks meer gesteld voor Gods rechterstoel’ (p. 374). ‘Vandaag is er het ernstige gevaar van oppervlakkig omgaan met beloften en geloof en een eigentijdse bekering. Deze sfeer zoekt velen aan te trekken en blijkt voor velen aantrekkelijk’ (p. 324). Het laatste hoofdstuk ‘Pastoraat rondom verzoening’ is van enigszins andere aard, maar niet minder waardevol. Het gaat in op verzoening in pastorale situaties zoals ernstige ziekte, sterfbed, depressieve gevoelens, huwelijksproblematiek, enz.
De subtitel van dit boek is ‘Een theologische verkenning’. Het is dus geen stichtelijk werk over de leer der zaligheid. Het betreft een interessante, leerzame studie over het thema ‘Verzoening’ door de jaren heen. Onder de lezers zullen er zeker zijn die van deze studie kennis willen nemen.