Het boek speelt zich af aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog in Duitsland 1936. De hoofdpersoon in dit boek is de 11-jarige Walt. Het is een jongen die met iedereen in het gezin goed kan opschieten, maar hij houdt het meest van zijn oudste zus Evi. Samen met Evi spelen ze een spel en een paar jaar later wordt dit zelfbedachte spel werkelijkheid, omdat de oorlog uitbreekt. Dan krijgt Evi op een dag een blindedarmontsteking en moet ze naar het ziekenhuis. Als ze beter is, wil de dokter niet dat ze weer naar huis gaat. Ze zou volgens hem beter af zijn in een tehuis voor kinderen met een beperkt verstand. De moeder van Walt is hier niet blij mee, maar ze kan de raad van de dokter niet naast zich neerleggen en gaat daarom toch maar akkoord. Walt en zijn moeder gaan na een lange tijd Evi opzoeken in het tehuis en ze schrikken enorm! Evi is totaal veranderd: ze is graatmager en de lichtjes in haar ogen zijn verdwenen. Walt heeft gelijk het gevoel dat het leven van zijn lieve zus Evi in gevaar is. Hij maakt daarom een plan om Evi te redden en na een spannend avontuur is Evi veilig dankzij Walt.
Het is een spannend en aangrijpend avontuur over een Duitse jongen en zijn zus. Het boek spreekt aan, het is goed geschreven voor deze leeftijdsgroep en er zit veel spanning in het boek. De christelijke identiteit komt een aantal keer nadrukkelijk naar voren.