De auteur bespreekt in zeven hoofdstukken zijn visie op Gods heilshandelen met het Joodse volk. Het is de kracht van dit boek dat hij niet ingaat op allerlei speculaties, maar het Woord laat spreken. Daarbij schroomt hij niet zijn eigen visie op een duidelijke wijze weer te geven. Al kunnen hier en daar kanttekeningen bij zijn conclusies worden gesteld, en is daarover verschil van mening mogelijk, toch heb ik het boek met veel instemming gelezen.
Stellig gelooft ds. Den Butter dat er nog rijke beloften zijn voor het Joodse volk. De genadegiften en de roeping Gods zijn immers onberouwelijk. Sterk benadrukt hij de band tussen het volk Israël en het land. De genadegift betreft ook het land Israël. God heeft Zijn land aan Israël gegeven tot een altijddurend bezit en heeft Zelf de grenzen vastgesteld. Dat over die grenzen in de Bijbel niet eenduidig wordt gesproken, blijft wat onderbelicht. Aangrijpend is het wat hij schrijft over het faillissement van het Jodendom omdat er een deksel op het hart ligt. Daardoor verstaan ze niet. ‘Ze verstaan zelfs de door hen zo hoog vereerde Mozes niet’. Ook is voor veel Joden religie van weinig betekenis.
In dat verband schetst de auteur ook de situatie van de Joodse gemeenschap in Noord-Amerika. Tegelijk is de schrijver diep bewogen met het Joodse volk omdat de Heere eenmaal sprak: ‘Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde’.