Ds. Van Aalst (1678-1759) geeft helder en Bijbels onderwijs over geloof en geloven. Veel uit de inhoud citeren kan niet in deze recensie, maar een paar opmerkingen uit de inhoudsopgave zullen hopelijk uw verlangen opwekken om dit boekje te lezen.
Zo lees ik: Waarin bestaat de eigenlijke rechtvaardigmakende daad van het geloof? Ds. Van Aalst noemt vijftien heldere en eenvoudige bewijzen hiervan. Uitvoerig en pastoraal gaat hij in op: waarvoor men hongeren, zoeken, komen, toevluchtnemen enz. moet houden. De auteur geeft aan dat het allerminst gevaarlijk is om het geloof in deze zaken te stellen. Hij weerlegt de tegenwerpingen die hier worden gemaakt. Daarbij komen onder meer de reformatoren en onze Formulieren van de kinderdoop, de volwassendoop en het Heilig Avondmaal aan de orde.
Ik wens dit geschrift in veler handen in de verwarring van onze tijd, niet in het minst over geloof en geloven! De oproep van Paulus is nog zeer actueel: ‘Onderzoek uzelven of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? Tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt’ (1 Kor. 13:5). De schrijver merkt op: ‘Duizenden mensen, uitwendige belijders, lidmaten, bedriegen zichzelf ellendig in dit stuk. Zij menen, zij vooronderstellen maar dat zij dat geloof reeds hebben’. Hij wekt op om een nuttig gebruik van het geschrevene te maken voor uw kostelijke ziel om te onderzoeken in Gods tegenwoordigheid.
Hij besluit met een woord tot de ware godzaligen: ‘Span u toch sterk in om dat geloof in u telkens te vermeerderen. Troost u in al uw verzoekingen dat dit geloof in u niet zal ophouden, want Christus zal voor u bidden (Luk. 22:31-32).
Een zorgvuldige hertaling door C.M. de Bruine en Ruth Pieterman maken dit tot een goed leesbaar boek.