Dr. P. de Vries heeft een aantal stemmen uit het verleden gebundeld en van een inleiding voorzien. Zo zijn bijdragen van Witsius en Newton opgenomen. Zowel de roeping als de opleiding tot het ambt van dienaar van het Woord komen aan de orde. Aanleiding voor deze bundel is de ontwikkeling die ds. De Vries waarneemt binnen de theologie als wetenschap. Zo is de VU van haar ankers losgeraakt, onder invloed van het seculiere denk- en leefkfklimaat van de wereld om ons heen. Dat klimaat dringt zich op aan ons allemaal. Wat biedt tegenwicht? Oude bronnen benadrukken het belang van het gezag van Gods Woord over alle aspecten van de opleiding, en van een levend beslag van de heiligheid van Gods Naam.
Indrukwekkend is de rede van Witsius waarmee de bundel opent, en die de oprichters van Princeton heeft geïnspireerd. Witsius spoort aan de Schrift nauwgezet te onderzoeken, want overal blaast de Schrift een geur van heiligheid. ‘De ziel van de heilige is als een klein heiligdom waarin God woont door Zijn Geest’. Studie, meditatie, gebed en zelfonderzoek zijn volgens Witsius dagelijks nodig.
Een vraag die bij mij opkomt, is of een kerk zich inderdaad moet onthouden van een oordeel over de innerlijke roeping van ambtsdragers, zoals De Vries stelt. De bundel laat op verschillende plaatsen zien dat binnen een opleiding aandacht mag zijn voor blijken van een godvruchtige wandel. Deze bundel vraagt erom gelezen en herlezen te worden door allen die zich geroepen weten tot het ambt, dan wel tot opleiding en vorming.