Winst uit verlies

Verschillende van deze lezingen zijn gebundeld in het boekje ”Winst uit verlies”, met als veelbetekenende ondertitel ”Uitzien naar dé Troost bij kanker”. Tussen de hoofdstukken is telkens een gedicht opgenomen. De meeste auteurs hebben te maken gehad met kanker, zelf of in hun naaste familie. Dit maakt dat het inlevingsvermogen van de schrijvers groot is. Zij weten immers wat ziekte in hun gezin betekent. Regelmatig beschrijven zij ook persoonlijke ervaringen. Dit geeft aan het boekje een meerwaarde die niet goed onder woorden te brengen is. Wie het boekje ter hand neemt, zal dit voelen. Het voert te ver om uit een verzamelwerkje van negen auteurs over iedere bijdrage iets te zeggen. Ds. A. Schreuder schrijft indringend over de ervaringen tijdens de ziekte van zijn vrouw, toen zij nog leefde. Duidelijk wordt er op gewezen hoe gelukkig het is als de nood bij de Heere gebracht mag worden en wij ons aan Zijn zorg en leiding mogen toevertrouwen, in plaats van maar van de dokter (een mens!) te horen dat het niet hopeloos is. De overige hoofdstukken zijn geschreven door ds. P.C. Hoek (die zelf lymfklierkanker heeft gehad en het vak pastoraat doceert), ds. W. Silfhout (over de strijd van Job en over de ziekte van zijn vrouw), ds. L. Terlouw (docent poimeniek aan de Theologische School), ds. L. de Wit (over het loflied n.a.v. Psalm 118 en over zijn zieke dochter Martine), ds. A.J. de Waard (eveneens over Job en over zijn eigen ziekte), dr. T.M. Hofman (over de boodschap die Hizkía kreeg), ds. A. Schot (over de paradoxale vraag: verlies tot zegen? !) en ds. M. Goudriaan (over de voorzienigheid van God). De ondertitel doet vermoeden dat de doelgroep beperkt is tot hen die te maken hebben gekregen met kanker. Dat is niet zo. In de bijdrage van ds. A. Schot komt u bijvoorbeeld het volgende gedeelte tegen: ‘We kunnen onze man of vrouw ook voor een deel kwijt zijn. Er zijn er onder ons die daar ervaring in hebben. De ergste vorm van verlies van dierbaren is als onze geliefde is overleden. Er kan ook sprake zijn van een ander soort verlies. Dat is als we een man of vrouw hebben teruggekregen die we eigenlijk niet meer herkennen als de man of vrouw waar we destijds mee trouwden’. Vroeg of laat krijgen we allemaal met ziekte en verlies te maken. Dit boek geeft op grond van Gods Woord praktische en pastorale handvatten hoe we hiermee kunnen omgaan. Het is goed om ook in onze gezonde dagen hiervan kennis te nemen.