Binnen één generatie kunnen we helemaal zijn afgegleden, zo verklaarde een van de drie auteurs van het boek. Te somber gezegd? Nee, ik vrees van niet. Vanuit de seculiere wetenschap kan de evolutietheorie met zo’n overmacht op reformatorische studenten afkomen dat ze deze als ‘vaststaande wetenschap’ aanvaarden. Het gevolg kan zijn een losgroeien van Gods Woord. Of ze verbinden evolutie en het scheppingsgeloof met elkaar in de zogeheten theïstische evolutie. Deze laatste opvatting wint helaas terrein in de gereformeerde gezindte, zo bleek uit het boek ”En de aarde bracht voort” van G. van den Brink.
Daarom is het belangrijk dat drie wetenschappers - met de achternaam De Vries (twee zijn broers van elkaar) - een boek hebben geschreven dat een heilzaam tegenwicht biedt. Het boek richt zich niet alleen op de evolutie. Het gaat ook breder in op de verhouding tussen Gods openbaring, geloof en wetenschap. Belangrijk is het hoofdstuk over het historisch karakter van Genesis 1 tot en met 3. Waardevol zijn de paragrafen over de ingrijpende gevolgen van het aanvaarden van de evolutietheorie.
Zij die evolutie en schriftgeloof met elkaar combineren laten zich daar niet altijd over uit. Maar allerlei kernen van Gods Woord komen op losse schroeven te staan als het evolutiegeloof in de Schrift wordt geweven.
Ik zou alle jongeren die een universitaire studie gaan volgen dit boek van harte willen aanbevelen. En aan alle docenten in het voortgezet onderwijs. Want ook daar worden onze jongeren gevormd, als het goed is naar de blijvende norm van Gods onveranderlijke Woord.