Zodra wij met andere mensen in één ruimte zijn communiceren we. Dat doen we als we praten, maar ook als we niet praten. We zenden boodschappen uit en ontvangen die van anderen. De kunst is om die goed te verstaan en gepast te reageren.
Daarbij gaan voortdurend dingen mis. Wij letten niet goed op, leggen de woorden of lichaamstaal van een ander niet goed uit of onze lichaamstaal en woorden zijn niet helder.
De kerkelijke gemeente is een ontmoetingsplek van mensen. Er wordt veel gecommuniceerd: in de kerkdienst, in de catechese en het verenigingswerk, in het pastoraat en ook tussen de mensen onderling. Dat gaat meestal goed, maar er zijn ook communicatiestoornissen.
De hervormde predikant ds. L. de Wit en zijn dochter Martine Pieters-de Wit hebben vanuit het verlangen de communicatie in de gemeente te ondersteunen er een boek over geschreven: ”Zo gezegd. Harmonieuze communicatie in Bijbels perspectief”. Theologie en communicatiewetenschap komen beide aan bod. Vanuit de Bijbel worden ongeveer alle hoofdzaken van de heilsgeschiedenis vanuit het gezichtspunt van communicatie verwoord.
Deze rode draad loopt door het hele boek heen en dat gebeurt op een manier van catechese: met veel schema’s. Tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is de communicatie volmaakt. Tussen God en mensen was die in het paradijs ook nog goed. De zondeval verstoorde de communicatie radicaal, ook tussen de mensen onderling. De pijnlijke gevolgen ervan duren tot op de dag van vandaag voort. God Zelf is het Die in Christus en door de Geest relaties herstelt, ook met Hemzelf.
De ‘gewone’ communicatietheorie en -vaardigheden komen uitgebreid aan bod. Ze worden helder beschreven met veel passende voorbeelden en goede schema’s. De auteurs ontleden onder andere het basiscommunicatiemodel: er is een zender met een boodschap, het middel waarmee de boodschap gebracht wordt en een ontvanger.
Er komt nog veel meer aan de orde, zoals luisteren, non-verbale communicatie, het geven van feedback en de DISC-test. Alles wordt elke keer aan het einde van een hoofdstuk samengevat.
Deel 2 van het boek is een praktijkdeel, en ook dat is breed. Er wordt zelfs uitgewerkt hoe je tafels en stoelen op verschillende manieren kunt opstellen in de kerkzaaltjes, zodat je makkelijker communiceert. Dat hangt ook weer samen met het doel van de bijeenkomst. Sprekers krijgen tips om goed te communiceren. Dit tweede deel sluit af met praktische voorbeeldlessen en casussen voor catechisatie, Bijbelkring of studiegroepen. De thema’s zijn gevarieerd: van gebed tot diaconaat.
Tussen de verschillende hoofdstukken staat er ook één over de prediking. Dat is een communicatiegebeuren bij uitstek, terwijl moderne mensen daar niet meer zo enthousiast over zijn. Het is verleidelijk om de preken daarop aan te passen. Maar volgens de auteurs is een predikant geen ober die eerst de bestelling komt opnemen, daarna haalt wat de klant wil hebben en vervolgens vraagt of het gesmaakt heeft. Verder is er een hoofdstukje over communiceren in het pastoraat. Een belangrijk deel daarvan gaat over corrigeren en vermanen in het pastoraat en zelfs de ban komt ter sprake.
Het boek is interessant om te lezen. Vanwege de combinatie van orthodoxe theologie en communicatietheorie is het geen doorsneeverhaal. Het leest vlot. Als het boek niet zo toegespitst was op de kerkelijke gemeente zou het op een mbo-school gebruikt kunnen worden. De schema’s over de Drie-eenheid kunnen leiden tot aarzeling bij de lezer. De opmerking dat een spreker zich als Julius Caesar mag voelen, die kwam, zag en overwon, lijkt niet helemaal bij de theologie van het boek te passen.