Drs. W. Pieters heeft zijn boek Zonder berouw geen vergeving. Melanchthons onderwijs voor prediking en pastoraat een krachtige en aansprekende hoofdtitel meegegeven die het hart van de kwestie raakt. Hoewel, berouw is slechts een van de elementen van de protestantse visie op het boetesacrament.
Daarnaast verantwoordt hij zijn keuze voor de vertaling ”berouw” niet. Dat wil zeggen: hij merkt wel op dat ”boete” een verzamelwoord is of, zoals de Duitse hervormer Philippus Melanchthon het zelf zegt: „boete heeft vele namen in de Schrift.” Het B-woord keert honderden malen terug, als ”busse”, ”berouw”, ”bekering”, ”poenitentie” et cetera. Andere opvallende en veel voorkomende sleutelwoorden zijn: schrik, angst, toorn, vrees, gericht en verdriet.
Duidelijk gecommuniceerd
Melanchthon vond het, evenals de theoloog Erasmus, belangrijk om in vertrouwde begrippen te communiceren rondom ingewikkelde theologische redeneringen, zeker waar het de moraal beïnvloedt. Erasmus feliciteert Melanchthon dan ook met zijn pamflet over de boete, vooral omdat het de ”goede zeden”, ”boni mores” in het Latijn, bevordert. Vijf eeuwen later zijn de sleutelwoorden in Melanchthons betoog, zoals geloof, berouw, spijt, verdriet, schuld, zonde en geboden, nog steeds goed herkenbaar. Om niet te zeggen springlevend.
Luther legde in 1517 de veruiterlijking van het roomse boetesacrament bloot. Dat zorgde ervoor dat men het geloof persoonlijker en meer inwendig ging ervaren. Maar hij was bepaald niet tegen wetsprediking. Want „wie zou kunnen weten wat Christus en waarom Christus voor ons geleden had, wanneer niemand zou weten wat zonde of wet was?” Tien jaar later onderstreept Melanchthon de noodzaak van een steeds terugkerende oproep tot bekering in de prediking. De lijn naar vandaag ligt daarbij voor de hand. Ook wij beleven het geloof en de godsdienst vooral als iets persoonlijks. En ook in onze tijd kan de prediking daarbij eenzijdig worden, zodat ons geweten niet langer onrustig gemaakt wordt. In de liturgie kan alles draaien om een ‘feelgoodsfeer’ zonder de spanning tussen Wet en Evangelie. Oftewel: geen spanning tussen boete en het ervaren van het geloof.
Drs. Pieters onderzoekt in hoofdstuk 2 en 3 van zijn boek, na een korte inleiding, dit spanningsveld tussen boete en geloof bij Melanchthon. Hierbij betrekt hij ook vier van Melanchthons eerdere geschriften. Daarnaast bespreekt hij acht geschriften, waarin Johannes Agricola, Melanchthons voornaamste tegenstander, zich vanaf 1524 uitspreekt over de verhouding tussen Wet en Evangelie. In hoofdstuk 4 laat drs. Pieters zien dat Melanchthons boeteleer ook in de Heidelbergse Catechismus is terug te vinden, waarmee hij impliciet een lijn legt naar de huidige catechismusprediking.
Zijn observatie dat Melanchthons pamflet, dat ongeveer dertig A4’tjes beslaat en meer dan 160 verwijzingen naar de Bijbel telt, met meer en dieper uitgewerkte Bijbelse voorbeelden aan zeggingskracht gewonnen zou hebben, spreekt minder aan. Een zwak punt is ook de afwezigheid van een register in deze kerkhistorische studie.
Vrede in de ziel
Met ”Zonder berouw geen vergeving” heeft drs. Pieters zijn doctoraalscriptie uit 2008 in boekvorm laten verschijnen voor een breed publiek. Het boek heeft een heldere structuur en is indringend en met warme instemming geschreven. Het is echter niet eenvoudig. Drs. Pieters is een schrijver met een missie. Hij is het duidelijk eens met Melanchthon en zorgt ervoor dat de lezer hem op de voet kan volgen wanneer hij deze per alinea op een leuke manier analyseert. In meer dan 700 voetnoten verantwoordt hij zich hierbij en geeft hij Melanchthons citaten in de oorspronkelijke brontaal weer. Hoewel het boek populairwetenschappelijk geschreven is, is het een grondige studie waar vooral vakgenoten hun voordeel mee kunnen doen. Uit het meningsverschil over de relatie tussen berouw en vergeving, en de rol van boete- en wetsprediking daarbij, zou enige jaren later een slepend conflict groeien.
Vele kanten van het centrale thema van dit boek, vergeven en vergeven worden, zijn nieuw en uiterst actueel, ook voor de christen in de kerk. Natuurlijk is er voor vergeving, individueel en collectief, allereerst geloof in God nodig, maar is dat voldoende? Melanchthon stelt: „Geloof zonder berouw is „een ingebeeld geloof.”” Zonder een verdrietig hart en een schuldig geweten, dringt de troost van het Evangelie niet tot ons door, evenmin als de vreugde in God. Deze troost en vreugde „zullen niet worden ervaren zonder berouw en vrees, zoals Christus Zelf leert in Mattheüs 11: „Aan de armen wordt het Evangelie verkondigd.””