Door Anne-Minke Hakvoort in Reformatorisch Dagblad op 31-12-2016
Nicky, de moeder van Roos, krijgt te horen dat ze ongeneeslijk ziek is. Ze gaat hard achteruit en lijdt veel pijn. Kan ze de bruiloft van haar dochter Roos nog meemaken?
Roos besluit eerder te trouwen en daarna gaat het steeds slechter met haar moeder. Nicky kijkt verlangend uit naar de grote bruiloft van het Lam, en leert het aardse met de mensen die ze liefheeft los te laten.
”Zwanenlied” is een aangrijpende roman en het vervolg op ”Zwanenmoeder”.
Janny den Besten schrijft in tere woorden over het ziek worden en het stervensproces van de
hoofdpersoon Nicky. Hoe ontzettend moeilijk is het om je eigen lichaam te voelen aftakelen, om totaal afhankelijk te zijn van de zorg van andere mensen, en daarbij zo veel pijn te lijden.
De schrijfster laat ook zien hoe moeilijk het voor de omgeving is om op de juiste manier mee
te leven. Om lief en leed te blijven delen, zodat de zieke zich niet buitengesloten of overbodig voelt.
Ontroerend is het moment waarop de hoofdpersoon zich de woorden van het overbekende lied van M’Cheyne mag toe-eigenen:
„Gestorven voor mij zal mijn zwanenlied zijn.”
Het verlangen naar het leven na dit leven voert de boventoon, maar dat maakt het loslaten
van geliefden nog niet gemakkelijk. De roman zal veel herkenning oproepen bij lezers die in hun omgeving een dierbare hebben moeten verliezen aan de dood. Maar de tekst die de schrijfster op de fictieve rouwkaart zet, is tijdloos en oneindig hoopvol: „Die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven.”
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info