Auteur(s): | Geesje Vogelaar-van Mourik |
Veertien jaar is Geertje als ze verliefd wordt op Jacob de fietsenmaker. Ze voelt zich aangetrokken tot deze stille, maar gevoelige jongen. Als Geertje zes jaar later met hem trouwt, lijkt het leven haar toe te lachen. Echter, de aanwezigheid van de Duitse bezetter maakt van de eerste huwelijksjaren een bange tijd. Groot is de vreugde als hun huwelijk bekroond wordt met de geboorte van een zoon: Sammie.
Hoewel Geertje weet dat kinderen een geleend pand van de Heere zijn, kan ze deze woorden niet beamen als Sammie na een korte ziekte overlijdt. Het verdriet om het verlies van haar kind is erger dan ze ooit had kunnen denken. Geertje en Jacob verwerken het allebei op hun eigen manier. Geertje heeft een diepe weg te gaan voor ze stil kan berusten in Zijn beleid.
In deze Veluwse familieroman schrijft Geesje Vogelaar-van Mourik over een moeder die worstelt met het verlies van een kind, en later nog meer kinderen. De beschreven gebeurtenissen zijn gebaseerd op de werkelijkheid, maar omwille van het verhaal heeft de auteur hieraan haar eigen interpretatie gegeven.
Kies uw uitvoering
Ook interessant