Hij had singuliere gaven, een goed taalgevoel, maar het belangrijkste is dat zijn preken Schriftuurlijk-bevindelijk waren. Persoonlijke beleving klinkt er ook in door. We besluiten met het slot van de laatste preek (blz. 133): “We bidden geen kastijdingen af, hoe bang we er ook van zijn. Maar het mocht de Vader van onze Heere Jezus Christus behagen dat we tijdens die enkele stap die we nog op aarde doen, door lijden geheiligd mochten worden en om straks eenmaal heilig te zijn zonder lijden.”